Referentiefuncties Groen, grond en infrastructuur

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


U.03 Grondwerker III (D)

Context

De grondwerker III is gepositioneerd binnen de uitvoeringsorganisatie van een loonbedrijf. De functie is verantwoordelijk voor het, als meewerkend voorman, coördineren en bewaken van de voortgang en uitvoeringskwaliteit van handmatige werkzaamheden o.b.v. opdrachten van de leidinggevende of opdrachtgever, ook in relatie tot overige werkzaamheden. Voor uitvoering van de werkzaamheden wordt zo nodig gebruik gemaakt van handgereedschappen. Functiehouder verdeelt werkzaamheden onder medewerkers en fungeert als aanspreekpunt bij vragen en geconstateerde afwijkingen. Hij stemt werkzaamheden en bijzonderheden af met de leidinggevende dan wel opdrachtgever en zo nodig met collega’s ten behoeve van door hen te verrichten gemechaniseerde werkzaamheden. Focus van functiehouder ligt op meewerken en aansturen waar nodig.

De functie grondwerker wordt onderscheiden op drie niveaus. De verschillen tussen de grondwerker I, II en III zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK).

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: 1-5 grondwerkers I/II (vaktechnisch/functioneel)
Resultaat­gebieden Toegevoegde waarde Resultaatindicatoren
Coördinatie
  • De uit te voeren werkzaamheden zijn effectief aangestuurd, gemonitord en bijgestuurd, zodanig dat opdrachten conform afspraken zijn gerealiseerd en verstoringen in het uitvoeringsproces tijdig en effectief zijn opgelost.
  • effectieve en efficiënte inzet medewerkers;
  • voortgang en uitvoeringskwaliteit (kwaliteit bijsturing).
Voorbereiding
  • Er is inzicht in de uit te voeren werkzaamheden en daarbij geldende bijzonderheden (eisen e.d.) en voor het werk benodigde materialen en hulpmiddelen (handgereedschappen) zijn zo nodig afgemeten c.q. gereedgemaakt voor gebruik.
  • kwaliteit opname situatie/kennisneming veldbestek;
  • inzicht in opdrachtdetails/bijzonderheden;
  • effectieve afstemming en samenwerking in- en extern.
Uitvoering
  • Handmatige werkzaamheden zijn (gebruikmakend van de handgereedschappen) volgens opdracht uitgevoerd en gecontroleerd waarbij kleine onvolkomenheden zelfstandig zijn opgelost en grotere onvolkomenheden zijn gemeld aan de leidinggevende.
  • volgens opdracht;
  • conform veiligheidscriteria (gebruik PBM’s etc.);
  • conform snelheidseisen;
  • juiste inschatting/anticipatie omstandigheden;
  • uitvoeringskwaliteit.
Registratie en verantwoording
  • Op de opdrachtuitvoering betrekking hebbende gegevens zijn geregistreerd en administraties beheerd (uren, verbruiken, e.d.) ten behoeve van facturatie, nacalculatie, rapportage, e.d. en de leidinggevende heeft inzicht in opdrachtverloop d.m.v. mondelinge en/of schriftelijke overdracht.
  • juistheid, volledigheid registraties en administraties;
  • volledigheid, juistheid en tijdigheid van overdracht.
Gebruikers­onderhoud
  • De beschikbare middelen en materialen zijn voorzien van het benodigde gebruikersonderhoud (o.a. schoonhouden/-maken, dagelijks preventief onderhoud, kleine reparaties) en (technische) collega’s zijn geassisteerd bij de uitvoering van periodiek onderhoud.
  • conform voorschriften;
  • constatering noodzaak van aanvullend onderhoud.
Veiligheid, gezondheid en milieu
  • De regels/voorschriften met betrekking tot veilig werken, gezondheid en milieu zijn te allen tijde nageleefd en toegepast, zowel voor het eigen werk als dat van collega’s en derden.
  • aard en omvang van veiligheidsincidenten, overtreding van regels, voorschriften.

Bezwarende omstandigheden

  • Krachtuitoefening bij het handmatig verplaatsen en het hanteren van handwerktuigen/-gereedschappen, materialen en goederen en onderhoudswerkzaamheden. Inspannende houding bij het gedurende langere aaneengesloten perioden hanteren van handwerktuigen/gereedschappen/ apparatuur en onderhouds-/reparatiewerkzaamheden.
  • Hinder van machinelawaai en wisselende weersomstandigheden (regen, koude, warmte) bij het merendeels buiten verrichten van werkzaamheden. Hinder van het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (lawaai, werken met bestrijdingsmiddelen).
  • Kans op letsel t.g.v. werken in de nabijheid van gemechaniseerde werktuigen, in aanraking komen met bewegende /draaiende onderdelen en contact met agressieve stoffen.

Kennis en ervaring

  • Beperkte vakkennis/vaardigheden en relatief korte inleertijd.
  • Ervaring met het hanteren van de voor het werk benodigde handgereedschappen.
  • Kennis van geldende procedures en regels.
  • VMBO werk- en denkniveau.
  • Kennis van en ervaring met de gebruikte methoden en technieken.
  • Inzicht in de invloed van omstandigheden (weer, bodem, verkeer, e.d.) op de uitvoering van het werk.
  • Ervaring met het vaktechnisch aansturen van medewerkers.

Functie-indeling - Niveau-Onderscheidende Kenmerken (NOK)

Grondwerker I Grondwerker II Grondwerker III
Focus
  • focus van de functie ligt op het uitvoeren van eenvoudige, routinematige handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
  • focus ligt op het uitvoeren van handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
  • focus ligt op het, als meewerkend voorman, coördineren en uitvoeren van handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
Zelfstandigheid
  • op basis van instructies leidinggevende.
  • op basis van opdrachten/instructies leidinggevende/opdrachtgever.
  • gelijk aan II, en zo nodig anticiperen op door collega’s te verrichten gemechaniseerde werkzaamheden.
Afbreukrisico
  • om de kwaliteit en/of voortgang van het werk te kunnen borgen worden er beperkte eisen gesteld t.a.v.:
    • de nauwkeurigheid van uitvoering van de werkzaamheden;
    • productkennis;
    • het omgaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.).
  • om de kwaliteit en/of voortgang van het werk te kunnen borgen worden er eisen gesteld (o.m. anticiperen, inschatten, interpreteren) t.a.v.:
    • de nauwkeurigheid van uitvoering van de werkzaamheden en/of
    • productkennis en/of
    • het omgaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.).
  • gelijk aan II.
Coördinatie
  • niet van toepassing.
  • niet van toepassing.
  • coördineren van de werkzaamheden van 1 – 5 medewerkers (vaktechnische aansturing);
  • focus ligt op meewerken en aansturen waar nodig.
Kennis en ervaring
  • beperkte vakkennis/vaardigheden en relatief korte inleertijd;
  • ervaring met het hanteren van de voor het werk benodigde handgereedschappen;
  • kennis van geldende procedures en regels.
  • gelijk aan I, en:
    • VMBO werk- en denkniveau;
    • kennis van en ervaring met de gebruikte methoden en technieken;
    • inzicht in de invloed van omstandigheden (weer, bodem, verkeer, e.d.) op de uitvoering van het werk.
  • gelijk aan II, en ervaring met het vaktechnisch aansturen van medewerkers.