De grondwerker II is gepositioneerd binnen de uitvoeringsorganisatie van een loonbedrijf. De functie is gericht op het uitvoeren van reguliere handmatige werkzaamheden o.b.v. opdrachten en instructies van de leidinggevende of opdrachtgever. Hierbij maakt hij zo nodig gebruik van handgereedschappen. Hierbij dient functiehouder nauwkeurig te werk te gaan en/of kennis te hebben van specifieke producteigenschappen en/of om te kunnen gaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.) om de kwaliteit en/of voortgang van het werk te kunnen borgen. Dit vraagt om o.m. anticiperen, inschatten, interpreteren van werkzaamheden en omstandigheden.
De functie grondwerker wordt onderscheiden op drie niveaus. De verschillen tussen de grondwerker I, II en III zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK).
Resultaatgebieden | Toegevoegde waarde | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
Voorbereiding |
|
|
Uitvoering |
|
|
Registratie en administratie |
|
|
Gebruikersonderhoud |
|
|
Veiligheid, gezondheid en milieu |
|
|
Grondwerker I | Grondwerker II | Grondwerker III |
---|---|---|
Focus | ||
|
|
|
Zelfstandigheid | ||
|
|
|
Afbreukrisico | ||
|
|
|
Coördinatie | ||
|
|
|
Kennis en ervaring | ||
|
|
|