Referentiefuncties Groen, grond en infrastructuur

Functiecategorie

Functieschaal

Leidinggevend


U.01 Grondwerker I (B)

Context

De grondwerker I is gepositioneerd binnen de uitvoeringsorganisatie van een loonbedrijf. De functie is gericht op het uitvoeren van eenvoudige, routinematige handmatige werkzaamheden o.b.v. instructies van de leidinggevende. Hierbij maakt hij zo nodig gebruik van handgereedschappen. Er worden beperkte eisen gesteld t.a.v. de nauwkeurigheid van uitvoering van de werkzaamheden, productkennis en het omgaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.).

De functie grondwerker wordt onderscheiden op drie niveaus. De verschillen tussen de grondwerker I, II en III zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK).

Organisatie

  • Direct leidinggevende: vakinhoudelijk leidinggevende
  • Geeft leiding aan: niet van toepassing
Resultaat­gebieden Toegevoegde waarde Resultaatindicatoren
Voorbereiding
  • Er is inzicht in de uit te voeren werkzaamheden en daarbij geldende bijzonderheden (eisen e.d.) en voor het werk benodigde materialen en hulpmiddelen (handgereedschappen) zijn zo nodig afgemeten c.q. gereedgemaakt voor gebruik.
  • effectieve afstemming en samenwerking intern;
  • volgens instructie.
Uitvoering
  • Handmatige werkzaamheden zijn (gebruikmakend van de toegewezen handgereedschappen) volgens instructie uitgevoerd en gecontroleerd waarbij kleine onvolkomenheden zelfstandig zijn opgelost en grotere onvolkomenheden zijn gemeld aan de leidinggevende.
  • volgens instructie;
  • conform veiligheidscriteria (gebruik PBM’s etc.);
  • conform snelheidseisen;
  • uitvoeringskwaliteit.
Registratie en administratie
  • Op de opdrachtuitvoering betrekking hebbende gegevens zijn mondeling/schriftelijk doorgegeven (uren, verbruiken, e.d.).
  • juistheid, volledigheid registraties en administraties.
Gebruikers­onderhoud
  • De beschikbare materialen en middelen zijn voorzien van het benodigde gebruikersonderhoud (o.a. schoonhouden/-maken, dagelijks preventief onderhoud, uitvoeren van kleine reparaties) en (technische) collega’s zijn ondersteund bij de uitvoering van periodiek onderhoud.
  • conform instructie, voorschriften;
  • constatering noodzaak van aanvullend onderhoud.
Veiligheid, gezondheid en milieu
  • De regels/voorschriften met betrekking tot veilig werken, gezondheid en milieu zijn te allen tijde nageleefd en toegepast, zowel voor het eigen werk als dat van collega’s en derden.
  • aard en omvang van veiligheidsincidenten, overtreding van regels, voorschriften.

Bezwarende omstandigheden

  • Krachtuitoefening bij het aan- en afkoppelen van werktuigonderdelen, handmatig verplaatsen en hanteren van handwerktuigen/-gereedschappen/apparatuur, materialen en goederen en het assisteren bij onderhouds-/reparatiewerkzaamheden. Inspannende houding bij het gedurende langere aaneengesloten perioden hanteren van handwerktuigen/-gereedschappen/apparatuur en bij het assisteren bij onderhouds-/reparatiewerkzaamheden.
  • Hinder van machinelawaai en wisselende weersomstandigheden (regen, koude, warmte) bij het merendeels buiten verrichten van werkzaamheden. Hinder van het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (lawaai, werken met bestrijdingsmiddelen).
  • Kans op letsel t.g.v. werken in de nabijheid van gemechaniseerde werktuigen, in aanraking komen met bewegende /draaiende onderdelen en contact met agressieve stoffen.

Kennis en ervaring

  • Beperkte vakkennis/vaardigheden en relatief korte inleertijd.
  • Ervaring met het hanteren van de voor het werk benodigde handgereedschappen.
  • Kennis van geldende procedures en regels.

Functie-indeling - Niveau-Onderscheidende Kenmerken (NOK)

Grondwerker I Grondwerker II Grondwerker III
Focus
  • focus van de functie ligt op het uitvoeren van eenvoudige, routinematige handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
  • focus ligt op het uitvoeren van handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
  • focus ligt op het, als meewerkend voorman, coördineren en uitvoeren van handmatige werkzaamheden gebruikmakend van handgereedschappen.
Zelfstandigheid
  • op basis van instructies leidinggevende.
  • op basis van opdrachten/instructies leidinggevende/opdrachtgever.
  • gelijk aan II, en zo nodig anticiperen op door collega’s te verrichten gemechaniseerde werkzaamheden.
Afbreukrisico
  • om de kwaliteit en/of voortgang van het werk te kunnen borgen worden er beperkte eisen gesteld t.a.v.:
    • de nauwkeurigheid van uitvoering van de werkzaamheden;
    • productkennis;
    • het omgaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.).
  • om de kwaliteit en/of voortgang van het werk te kunnen borgen worden er eisen gesteld (o.m. anticiperen, inschatten, interpreteren) t.a.v.:
    • de nauwkeurigheid van uitvoering van de werkzaamheden en/of
    • productkennis en/of
    • het omgaan met wisselende omstandigheden (zoals weersinvloeden, bodemgesteldheid, verkeersinvloeden, etc.).
  • gelijk aan II.
Coördinatie
  • niet van toepassing.
  • niet van toepassing.
  • coördineren van de werkzaamheden van 1 – 5 medewerkers (vaktechnische aansturing);
  • focus ligt op meewerken en aansturen waar nodig.
Kennis en ervaring
  • beperkte vakkennis/vaardigheden en relatief korte inleertijd;
  • ervaring met het hanteren van de voor het werk benodigde handgereedschappen;
  • kennis van geldende procedures en regels.
  • gelijk aan I, en:
    • VMBO werk- en denkniveau;
    • kennis van en ervaring met de gebruikte methoden en technieken;
    • inzicht in de invloed van omstandigheden (weer, bodem, verkeer, e.d.) op de uitvoering van het werk.
  • gelijk aan II, en ervaring met het vaktechnisch aansturen van medewerkers.