De monteur I is gepositioneerd binnen de technische dienst van een loonbedrijf. De functie wordt ingezet voor zowel de uitvoering van preventief onderhoud, het uitvoeren van VCA-keuringen als de oplossing van storingen aan werktuigen/machines, hulpmiddelen en werkplaatsapparatuur. Van de monteur I wordt verwacht dat hij in staat is de eenvoudige, veelvoorkomende storingen te analyseren en op te lossen (herkenbare verstoringen waarop bekende oplossingen kunnen worden toegepast). Ook dient functiehouder in staat te zijn de staat van werktuigen/machines, hulpmiddelen en werkplaatsapparatuur te onderkennen in relatie tot de kans op toekomstige verstoringen. Complexe(re) storingen, grootschalige onderhoudswerkzaamheden en modificatie-/constructiewerkzaamheden worden uitgevoerd door collega’s dan wel externe dienstverleners, waarbij de monteur I assisteert.
De functie monteur wordt onderscheiden op twee niveaus. De verschillen tussen de monteur I en II zijn uitgewerkt in de bijlage met Niveau-onderscheidende Kenmerken (NOK).
Resultaatgebieden | Toegevoegde waarde | Resultaatindicatoren |
---|---|---|
Uitvoering eenvoudig, routinematig preventief onderhoud |
|
|
Oplossing eenvoudige, veelvoorkomende storingen |
|
|
Registratie en administratie |
|
|
Verlening assistentie |
|
|
Middelenbeheer |
|
|
Veiligheid, gezondheid en milieu |
|
|
Monteur I | Monteur II | |
---|---|---|
Typering werkzaamheden | ||
|
|
|
Curatief onderhoud | ||
|
|
|
Modificatie- en constructiewerkzaamheden | ||
|
|
|
Kennis en ervaring | ||
|
|